Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En uw ogen [17]zullen het zien, en gijlieden zult zeggen: [18]De HEERE zij groot gemaakt, [19]van de landpale Israels af! 17. Te weten, deze verwoesting van Edom. 18. Te weten, vanwege het verdelgen zijner vijanden. 19. Of, over de landpale van Israel. Anderen zetten dit vers aldus over: Hetwelk uwe ogen zien zullen van de landpale van Israel af, en gijlieden zult zeggen: De Heere maakt zich groot. Verg. Ps.35:26,27, en Ps.40:17, en Ps.70:5, en Ps.104:1.